De Bundesliga-club FC St. Pauli heeft in aanloop naar een wedstrijd tegen VfB Stuttgart een opvallend politiek statement gemaakt. Voor de camera’s van televisiezender Sky hield clubvoorzitter Oke Göttlich een felgele sticker omhoog met daarop de tekst: ‘Björn Höcke ist 1 Nazi’. Daarmee onderstreepte hij nogmaals de uitgesproken positie van de club tegen rechtsextremisme en de AfD.
“Wij vechten op het veld én daarbuiten”
“Ik heb iets voor jullie meegenomen,” begon Göttlich het interview, nog vóór het gesprek over voetbal begon. Hij gebruikte het moment om de maatschappelijke houding van St. Pauli te benadrukken en zei: “We willen sportief het fundament leggen om ons uit te spreken tegen het normaliseren van een rechtsextreme partij in de Bondsdag. Daarvoor staat deze club, daarvoor staat deze community, dat is belangrijk voor ons.”
Ook oud-speler Michel Dinzey, die op dat moment als studiogast aanwezig was, hield zijn eigen sticker met dezelfde tekst de hele tijd zichtbaar in beeld.
Beeld van de prostestactie op tv
De actie van clubvoorzitter Oke Göttlich — met de gele sticker “Björn Höcke ist 1 Nazi” — was live te zien op Sky voorafgaand aan de wedstrijd. Een afbeelding van het moment is onder meer te zien in dit artikel van WELT:
“St. Paulis Anti-AfD-Protest im TV” – WELT
Activisme als clubidentiteit
FC St. Pauli is al jaren actief op maatschappelijk en politiek terrein. De club zet zich in tegen racisme, vreemdelingenhaat en uitsluiting, en is inmiddels bekend om zijn linkse en progressieve profiel. De actie van Göttlich sluit aan bij deze traditie en komt op een moment dat de AfD door de Verfassungsschutz officieel is aangemerkt als “gesichert rechtsextremistisch”.
Mag dat zomaar?
De term “Nazi” is in dit geval juridisch toelaatbaar. De sticker met de tekst over Björn Höcke verwijst naar eerdere uitspraken van de politicus, die door het Bundesamt für Verfassungsschutz als rechtsextremist is ingeschaald en sinds 2020 wordt geobserveerd. De Frankfurter justitie seponeerde eerder een zaak tegen demonstranten die Höcke op dezelfde manier aanduidden. Volgens het Openbaar Ministerie ging het om een “op feiten gebaseerd waardeoordeel”, en dus niet om een strafbare belediging.