
Nabokov woonde vijf jaar aan de Nestorstraße 22, van 1932 tot 1937. Van zijn verblijven in Berlijn was dit een vaste thuisbasis waar hij de langste aaneengesloten tijd bleef. Hier schreef hij ook drie hoofdstukken van zijn Russische en tegelijkertijd Berlijnse roman The Gift (De gave, vertaald door Anneke Brassinga). In deze roman noemde hij de Nestorstraße de Agememmonstraße.
“Het huis waarin Fjodor woonde was een hoekhuis dat uitstak als een enorm rood schip met een complexe torenstructuur op de boeg, alsof een saaie, degelijke architect plotseling gek was geworden en een reis naar de hemel had gemaakt.” Zo beschreef Nabokov zijn huis in de roman. Het gebouw op de hoek van de Nestor- Paulsborner Straße staat er nog, de bakstenen gevel is gepleisterd, maar de toren is gesloopt.
Nabokov was in de nazomer van 1922 om een tragische reden naar de stad gekomen. Zijn vader V.D. Nabokov, advocaat en liberaal parlementslid tot de Oktoberrevolutie, was in maart gedood bij een aanslag in de Berliner Philharmonie. Een aanhanger van de tsaar had hem neergeschoten tijdens een bijeenkomst van verbannen Russen. Hij had geprobeerd de spreker te beschermen die het doelwit van de aanslag was. Vandaag ligt V.D. Nabokov op de Russische begraafplaats in Tegel. Zijn zoon Vladimir, die toen in Cambridge studeerde, verhuisde naar Berlijn om zijn moeder te ondersteunen.

Nabokov voelde zich echter nooit echt thuis in de stad – en toch bleef hij 15 jaar. “Hier werd hij schrijver en vond hij zijn stijl,” schrijft Dieter E. Zimmer in zijn boek Nabokovs Berlin. De stad diende als inspiratiebron voor hem. Hij ontmoette zijn toekomstige vrouw Vera Slonim in Berlijn en zijn zoon Dmitri werd hier geboren.
“Om te overdrijven zou je kunnen zeggen dat hij nooit iets heeft verzonnen,” schrijft Zimmer, die Nabokovs boeken in het Duits heeft vertaald en heeft uitgegeven. In Berlijn liet de schrijver zijn literaire sporen na met liefdesgedichten, verhalen en romans.
“Toen hij in Berlijn aankwam, stond hij even stil, of liever gezegd had hij het gevoel dat hij ononderbroken op de vlucht was geweest en nu voor het eerst tot stilstand was gekomen,” schrijft Nabokov in zijn Russische verhaal Ein Ehrenhandel (Duitse titel) uit 1927.
Nabokov kon zich onderdompelen in de Russische gemeenschap. De metropool met vier miljoen inwoners was het centrum van de Russische ballingschap. Ongeveer 350.000 Russen die de bolsjewieken waren ontvlucht, hadden zich in de stad gevestigd en stichtten er verenigingen, clubs en uitgeverijen.

Een van de centra van dit “Petrograd aan de Spree” was de Wittenbergplatz. In 1921 opende de boekhandel van uitgeverij Slovo aan de Bayreuther Straße links van het plein zijn deuren. Hier verschenen Nabokovs eerste boeken. Schuin tegenover de KaDeWe lag het Russische “Restoran-Kafe Passauer”, een paar honderd meter verder de Kurfürstendamm, Nabokovs gebied.
De teksten pikken het ritme van de stad op. “In de etalage van de apotheek maakte een mechanische reclamefiguur scheerbewegingen, trams reden piepend voorbij en het begon te sneeuwen,” beschrijft hij de indrukken van de flaneur.
Berlijn is echter een tussenstop die de schrijver niet al te vleiend beschrijft. Tijdens de tramrit wordt hij bevangen door een “venijnige, beklemmende haat tegen de logge traagheid van dit meest ongetalenteerde vervoermiddel”. Hij doet verslag van de Brandenburger Tor: “Daar was hij, de logge poort. Breedheupige bussen wurmden zich door zijn openingen en rolden verder over de boulevard.” Unter den Linden schrijft hij een “pseudo-Parijsachtig karakter” toe.

En Nabokov had geldzorgen. Hij houdt met Russische lessen zijn hoofd boven water en werkt als tennisleraar op de tennisbaan achter de Schaubühne aan de Lehniner Platz. Vandaag de dag is er niet veel meer over van de banen tussen de flatgebouwen uit de jaren 20, ontworpen door architect Erich Mendelsohn (1887-1953). De zandbaan is overwoekerd door gras en projectontwikkelaars snakken naar de bijzonder goed gelegen en exclusieve lap grond.
Nabokov heeft weinig contact met Duitsers, hij mag ze niet echt, maar heeft er ook een slecht geweten over. “De overtuiging van de Russen dat een klein deel van de Duitsers vulgair was en het grote deel ondraaglijk vulgair, kende hij heel goed, een overtuiging die een kunstenaar onwaardig was; en toch…”, schreef hij voor een gepland vervolg op zijn roman Die Gabe. Later zou hij dit harde oordeel herzien.
Zelfs nadat Adolf Hitler in januari 1933 aan de macht kwam, bleven Nabokov en zijn gezin in Berlijn. Hij vond Duitsland weliswaar “beklemmend als hoofdpijn”, haatte de nazi’s en beschreef Hitlers stem als een “beestachtig gebrul” en “bezeten woordenvloed”. Maar waarom wachtte hij zo lang terwijl de uittocht van Duitse Joden en nazi-tegenstanders al lang begonnen was?
Nabokovs pogingen om werk te vinden in Frankrijk of Engeland mislukten keer op keer. Maar dan verliest Vera haar baan. In april 1937 verhuist het gezin uit de woning in de Nestorstrasse en op 6 mei vertrekken ze naar Praag. Vladimir Nabokov keerde nooit meer terug naar Duitsland.
BRON: Ausflug in den Himmel: Nabokovs Berliner Hassliebe (Die Zeit, 29 augustus 2017)
Hier woonde Nabokov in Berlijn:
Egerstraße 1, 1. etage van augustus 1920 tot september 1921
Sächsische Straße 67 van september 1921 tot december 1923
Trautenaustraße 9, pension Elisabeth Schmidt van augustus 1924 tot april 1925
Westfälische Straße 29, c/o Cohn van januari 1932 tot juli 1932
Nestorstraße 22 / 3. verdieping, c/o Anna Feigin van juli 1932 tot januari 1937
