Duitse triageregeling strijdig met Grondwet
Het Bundesverfassungsgericht (het Duitse Constitutioneel Hof) in Karlsruhe heeft de federale regeling over medische triage ongeldig verklaard. Volgens de rechters is de bepaling niet verenigbaar met het Grundgesetz (de Duitse Grondwet), omdat de federale overheid – de Bund – niet bevoegd is om hierover wetgeving vast te stellen.
De wet, aangenomen in 2022, moest duidelijkheid scheppen over de vraag hoe artsen in noodsituaties moesten beslissen wie medische hulp kreeg als er onvoldoende capaciteit was, zoals tijdens de coronapandemie. Het Hof oordeelde nu dat uitsluitend de deelstaten (Länder) zulke regels mogen uitwerken.
Wat betekent triage?
Het woord triage komt van het Franse trier, wat ‘sorteren’ of ‘selecteren’ betekent. Het beschrijft de moeilijke afweging die artsen moeten maken wanneer meerdere patiënten tegelijk medische zorg nodig hebben, maar niet allemaal tegelijk geholpen kunnen worden. Tijdens de coronacrisis kwam het onderwerp in Duitsland in het middelpunt van de belangstelling door de overvolle intensivecareafdelingen.
Klacht van artsen
Achttien artsen uit de intensivecare- en spoedgeneeskunde dienden in 2023 een klacht in tegen de regeling. Zij stelden dat hun grondwettelijke beroepsvrijheid werd geschonden. Vooral het verbod op ex post triage – waarbij een lopende behandeling wordt gestopt om een patiënt met betere overlevingskansen te helpen – stuitte op verzet. Volgens de artsenvereniging Marburger Bund is dat strijdig met het medische ethos: artsen zouden juist moeten kunnen handelen om het grootste aantal levens te redden.
Alleen deelstaten mogen wet maken
Het Hof concludeerde dat de Bund geen wettelijke basis had om de triageregeling in te voeren. Geen van de grondwettelijke bevoegdheden (de zogeheten Kompetenztitel) verleent de federale overheid de mogelijkheid om triage landelijk te regelen. Ook het argument dat een uniforme aanpak tijdens een pandemie “praktischer” zou zijn, werd verworpen.
De deelstaten mogen nu zelf wetgeving opstellen en zich daarbij onderling afstemmen. Het Hof geeft daarvoor geen inhoudelijke richtlijnen. De uitspraak van de Eerste Senaat van het Bundesverfassungsgericht werd genomen met zes stemmen voor en twee tegen.
