AfD officieel extreemrechts: wat zijn de gevolgen?

Protest tegen de AfD op 27 januari 2024, met de leus “Nie wieder! Keine Bühne der AfD” – een verwijzing naar het groeiende maatschappelijke verzet tegen de partij. Foto: HofPhotography, Wikimedia Commons (CC BY-SA 4.0)

De Duitse binnenlandse veiligheidsdienst heeft een historisch oordeel geveld: de partij Alternative für Deutschland (AfD) werd eerder al als verdacht beschouwd door de veiligheidsdienst, maar is nu officieel als extreemrechts geclassificeerd. Een stap die volgens waarnemers de verhoudingen in het Duitse politieke landschap op scherp zet – en de roep om een partijverbod nieuw leven inblaast. Tegelijk klinkt er ook bezorgdheid over overhaaste maatregelen.

Een historische stap – en politiek dynamiet

Het Bundesamt für Verfassungsschutz (BfV), de Duitse binnenlandse veiligheidsdienst, stelt dat de AfD in haar ideologie en handelen aantoonbaar strijdt tegen de vrije, democratische orde van het land. “De verdenking heeft zich tot zekerheid verdicht,” aldus het BfV, dat haar conclusie baseert op een 1100 pagina’s tellend rapport.

De AfD reageerde furieus. Volgens partijleiders Alice Weidel en Tino Chrupalla is sprake van een “politiek gemotiveerde aanval” op de enige echte oppositiepartij. Dat de beslissing is genomen terwijl het ministerie van Binnenlandse Zaken op het punt staat van bezetting te wisselen, maakt het voor hen des te verdachter.

Politieke reacties: tussen euforie en voorzichtigheid

Voor veel politici uit het midden en links is de beslissing van het BfV een langverwachte bevestiging. SPD-vicevoorzitter Serpil Midyatli stelt: “Nu staat het zwart op wit. Waar rechtsextremisme in zit, staat het er nu ook op.” Zij noemt een verbod noodzakelijk. Linken-politicus Jan van Aken benadrukt: “We moeten dit verbod snel doorzetten – maar óók de voedingsbodem van de AfD aanpakken: sociale ongelijkheid en het wantrouwen in de politiek.”

Opvallend is dat ook prominente CDU-figuren zich nu voor een verbod uitspreken. Daniel Günther, minister-president van Schleswig-Holstein, noemt de AfD “een gevaar voor de democratie” en roept op tot een “snel en duidelijk verbodsproces”. Ex-Oostcommissaris Marco Wanderwitz stelt dat de grondwettelijke instanties nu hun verantwoordelijkheid moeten nemen: “Spätestens jetzt.”

Toch zijn niet alle christendemocraten overtuigd. De CDU-regeringsleiders Michael Kretschmer (Saksen) en Reiner Haseloff (Saksen-Anhalt) pleiten juist voor politieke weerbaarheid zonder juridische stappen. Kretschmer: “De verdediging van de democratie begint in het midden van de samenleving.”

Een verbod is geen vanzelfsprekendheid

Een verbodsprocedure tegen een partij is in Duitsland een uiterst zeldzame en juridisch complexe zaak. Eerdere pogingen – zoals die tegen de extreemrechtse NPD – mislukten of sleepten jarenlang voort. Demissionair minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser (SPD) benadrukt dat er geen sprake is van een automatisch vervolg: “We moeten dit zorgvuldig en zonder politieke druk afwegen.”

Bondskanselier Olaf Scholz (SPD) is het daarmee eens. “Ik ben tegen snelle besluiten. Dit vraagt zorgvuldigheid,” aldus de kanselier. Juristen wijzen op het hoge risico: een mislukte verbodsprocedure zou de AfD eerder kunnen versterken dan verzwakken.

De grote vraag: hoe weerbaar is de democratie?

Het oordeel van het BfV heeft het debat over democratische weerbaarheid in Duitsland op scherp gezet. Moet je een partij die tegen de democratie werkt, verbieden? Of moet je haar juist in het publieke debat verslaan? En hoe voorkom je dat een partij zichzelf als martelaar presenteert?

Wat vaststaat: het politieke midden in Duitsland wordt op de proef gesteld. En met de Europese verkiezingen en diverse deelstaatverkiezingen in het vooruitzicht, zal deze discussie allesbehalve theoretisch blijven.