De Berlijnse CDU wil dat er elektronische toegangspoortjes komen bij alle metrostations in de hoofdstad. Dat moet volgens fractievoorzitter Dirk Stettner zorgen voor meer veiligheid en minder zwartrijders. Maar het plan stuit op forse kritiek: zowel de Berlijnse vervoersmaatschappij BVG, de coalitiepartner SPD als reizigersorganisaties vinden het onrealistisch en kostbaar.
Oude plannen in een nieuw jasje
Het idee is niet nieuw. Al in 2000 kondigde toenmalig verkeerssenator Peter Strieder (SPD) aan dat er poortjes zouden komen bij de metro van Berlijn. De kosten werden destijds geraamd op 300 miljoen D-Mark (ongeveer 153 miljoen euro). Doel: zwartrijden tegengaan en ongewenste personen weren. Maar van de plannen kwam nooit iets terecht.
Nu, 25 jaar later, haalt de CDU het idee weer van stal. Volgens partijleider Stettner zouden de toegangspoortjes het metronet veiliger maken. De kosten schat hij op 400 miljoen euro. Omdat de stad dat geld niet heeft, zouden reizigers volgens hem moeten meebetalen via hogere ticketprijzen.
“Een aanval op het openbaar vervoer”
De SPD reageert afwijzend. Topkandidaat Steffen Krach noemde het voorstel “een plan dat anderen opzadelt met hogere kosten”. Volgens hem zijn duurdere kaartjes een aanval op het openbaar vervoer en maken poortjes de stations niet schoner of veiliger.
Ook de BVG zelf ziet weinig in het idee. De vervoersmaatschappij beheert 175 metrostations met honderden ingangen. Veel daarvan zijn recent omgebouwd voor rolstoeltoegankelijkheid, met liften die rechtstreeks van straatniveau naar het perron leiden. Overal extra poortjes bouwen, ook met bredere doorgangen voor rolstoelen en kinderwagens, is volgens de BVG technisch en ruimtelijk bijna onmogelijk.
Historische stations en hoge kosten
Daarnaast wijst BVG-directeur Henrik Falk op de praktische bezwaren. Meer dan 110 van de 175 stations staan onder monumentenzorg. Dat geldt voor bijna alle lijnen van het oudste metronet. “De ruimte ontbreekt, en de brandweer zou ingrijpen als doorgangen nog smaller worden”, zegt Falk.
Hij betwijfelt bovendien of poortjes echt meer veiligheid opleveren: “Ik heb in Parijs gewoond, waar de metro volledig afgesloten is. Dat ik me daar veiliger voelde, betwijfel ik ten zeerste.”
De genoemde kosten van 400 miljoen euro zijn volgens de verkeersadministratie niet officieel bevestigd. De BVG noemt het slechts een grove schatting. Daarbij zouden extra personeelskosten komen voor toezicht en technische hulp bij de poortjes.
Reizigers en experts: “Poortjes lossen niets op”
De Berlijnse reizigersvereniging Igeb (Interessengemeinschaft Eisenbahn, Nahverkehr und Fahrgastbelange) verzet zich fel tegen het plan. Volgens woordvoerder Christian Linow brengen de poortjes vooral problemen voor reizigers met zich mee, vooral voor mensen met een beperking.
Ook de veronderstelling dat vandalisme en graffiti minder worden, overtuigt niet. “Zelfs afgesloten en bewaakte ruimtes worden beklad”, merkt de BVG droog op. “En wie echt wil, springt gewoon over de poort heen.”
Conclusie
Wat de CDU als veiligheidsmaatregel ziet, beschouwen anderen als een duur en omslachtig project dat weinig oplevert. De kans dat Berlijnse metrostations binnenkort poortjes krijgen, lijkt daarom klein.
Het debat laat vooral zien hoe verschillend de partijen kijken naar veiligheid, toegankelijkheid en betaalbaarheid van het openbaar vervoer in de Duitse hoofdstad.