
De eerste prognoses voor de Duitse Bondsdagverkiezingen laten een politieke aardverschuiving zien. De christendemocratische CDU/CSU onder leiding van Friedrich Merz komt als grootste partij uit de bus met zo’n 29 procent van de stemmen. De radicaal-rechtse AfD verdubbelt haar resultaat van 2021 en wordt de tweede partij met ongeveer 20 procent. De regeringspartijen SPD en Groenen lijden zware verliezen en belanden ruim achter de AfD.
Voor de sociaaldemocratische SPD is het de slechtste uitslag in de naoorlogse geschiedenis: de partij haalt slechts 16 procent, bijna 10 procentpunt minder dan vier jaar geleden. Bondskanselier Olaf Scholz moet daarmee een bittere nederlaag incasseren. De Groenen zakken terug naar ongeveer 12 procent en verliezen ook aanzienlijk.
De liberale FDP en het nieuw opgerichte Bündnis Sahra Wagenknecht (BSW) balanceren rond de kiesdrempel van 5 procent en moeten vrezen voor hun zetels in de Bondsdag. De Linke heeft verrassend goed gescoord en lijkt met ongeveer 9 procent van de stemmen haar plaats in het parlement veilig te stellen.
Friedrich Merz lijkt de beste kanshebber om de nieuwe bondskanselier te worden, maar de regeringsvorming wordt een complexe puzzel. Een coalitie met de AfD heeft hij al uitgesloten, waardoor de CDU/CSU waarschijnlijk minstens twee coalitiepartners nodig heeft. Mogelijke combinaties zijn een samenwerking met de SPD en de FDP, of met de SPD en de Groenen – al heeft de CSU eerder aangegeven niets in een coalitie met de Groenen te zien.
De verkiezingen kenden een opvallend hoge opkomst: naar schatting 83 procent van de kiezers bracht zijn stem uit, een stijging ten opzichte van 2021. De komende dagen zullen cruciaal zijn voor de formatie van een nieuwe regering in Duitsland.