Wordt het tijd voor een vrouw als Duitse bondspresident?

Cansel Kiziltepe (SPD), Berlijnse senator voor Vrouwen en Gelijkheid, steunt nadrukkelijk de oproep voor een vrouwelijke bondspresident. „Deze stap is noodzakelijk voor echte gelijkheid en representatie,” aldus Kiziltepe. Foto: Martin Kraft, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons

Hoewel de volgende verkiezing van de Duitse bondspresident pas begin 2027 gepland staat, laait nu al de discussie op over wie Frank-Walter Steinmeier moet opvolgen. Voor het eerst klinken sterke geluiden uit de CDU, CSU en SPD dat het hoog tijd is voor een vrouw als staatshoofd. Duitsland kende tot nu toe twaalf bondspresidenten, allen mannen.

Alexander Schweitzer (SPD), minister-president van Rijnland-Palts, noemt het vanzelfsprekend dat een vrouw als bondspresident een belangrijk signaal zou afgeven voor gelijkheid in Duitsland. Hij benadrukt dat het land altijd heeft weten te kiezen voor een „uitstekende persoonlijkheid uit het brede midden van de democratie“ en vertrouwt erop dat dit opnieuw zal lukken.
Maria Noichl, voorzitter van de vrouwenafdeling van de SPD, benadrukt de noodzaak van een vrouwelijke bondspresident: „Na twaalf mannen is een vrouw waarschijnlijk niet te vroeg. Als vrouw, die samen met meer dan vijftig procent van de bevolking uitmaakt, wil ik vertegenwoordigd zijn.“

Ook binnen de CSU pleiten vrouwen voor een vrouwelijke opvolger van Steinmeier. Ulrike Scharf, voorzitter van de Frauen-Union van de CSU, verklaarde tegenover Tagesspiegel: „Natuurlijk is Duitsland klaar voor een vrouwelijke bondspresident.“ Volgens haar moet nog blijken wanneer precies het juiste moment is, maar staat buiten kijf dat vrouwen het levenselixer zijn van een moderne, waardegedreven en verantwoordelijke politiek. Scharf voegt daar krachtig aan toe: „Alle politiek is vrouwenpolitiek, dus uiteraard kan ook een vrouw ons staatshoofd zijn.“

Mareike Wulf (CDU), voorzitter van de Frauen-Union in Nedersaksen, onderstreept eveneens het belang van een vrouwelijk staatshoofd als krachtig symbolisch signaal. Ze stelt dat Duitsland een persoonlijkheid verdient die het land richting geeft en alle groepen in de samenleving aanspreekt. „Er zijn genoeg geschikte vrouwen in ons land, nu moeten politieke partijen moedige en toekomstgerichte voorstellen doen.“

Cansel Kiziltepe (SPD), senator voor Vrouwen en Gelijkheid in Berlijn, sluit zich hier volledig bij aan: „Sinds het ontstaan van de Bondsrepubliek hebben uitsluitend mannen deze functie bekleed. Deze eenzijdigheid weerspiegelt niet de diversiteit en competentie die vrouwen aan onze samenleving bijdragen.“ Volgens haar is de eis voor een vrouwelijke bondspresident geen symboliek, maar noodzakelijk voor echte gelijkheid en representatie.

De verkiezing vindt plaats in de Bondsvergadering, bestaande uit 630 Bondsdagleden en evenveel vertegenwoordigers van de deelstaatparlementen. De definitieve samenstelling hangt nog af van diverse deelstaatverkiezingen in 2026, waaronder Baden-Württemberg, Mecklenburg-Voor-Pommeren, Rijnland-Palts, Saksen-Anhalt en Berlijn.

Kortom, Duitsland lijkt klaar voor een historisch moment: de eerste vrouwelijke bondspresident. De komende jaren zullen uitwijzen of deze roep uit de politiek werkelijkheid wordt.