
Van trotse bestuurderspartij tot politieke schaduw: de val van de SPD
Duitsland beleeft een politieke herschikking. De eens zo dominante SPD (Sozialdemokratische Partei Deutschlands) lijkt het hardst geraakt. Volgens de laatste peilingen zakt de partij tot een schamele 13 procent – een dieptepunt dat de vraag oproept: hoe diep kan de SPD nog vallen?
Partijleider Lars Klingbeil, tevens vicekanselier en minister van Financiën in de huidige zwart-rode coalitie met CDU-leider Friedrich Merz, kampt met dalende populariteit en intern ongenoegen. Zijn beleid van “nee” zeggen – tegen extra sociale uitgaven, tegen fiscale verlichting voor burgers en tegen linkse hervormingen – heeft hem vervreemd van zijn eigen achterban. Zijn imago als “vriendelijke reus” brokkelt af, en het vertrouwen binnen én buiten de partij verdampt.
Een historische partij zonder profiel
De SPD is niet zomaar een partij. Het is een van de oudste en belangrijkste sociaaldemocratische bewegingen van Europa, vergelijkbaar met de PvdA in Nederland – maar dan groter en dieper geworteld in de Duitse geschiedenis. Onder kanseliers als Willy Brandt, Helmut Schmidt en Gerhard Schröder speelde de partij een leidende rol in het naoorlogse Duitsland.
Maar net als de PvdA verloor de SPD in de afgelopen decennia steeds meer terrein. Waar de PvdA fuseerde met GroenLinks om te overleven, worstelt de SPD nog altijd alleen – én in het defensief. Interne verdeeldheid, gebrek aan visie en frustratie over onuitgevoerde verkiezingsbeloften breken de partij op.
Op het recente partijcongres in Berlijn was de sfeer bedrukt. De slogan “Soziale Politik für Dich” stond overal op de muren, maar niemand wist nog precies wat dat vandaag de dag inhoudt. Plannen voor een vermogensbelasting? Van tafel. Hervorming van het belastingstelsel? Geblokkeerd door coalitiepartner CDU. De linkervleugel is onrustig en partijleider Klingbeil kreeg slechts 65 procent steun bij zijn herverkiezing – een historisch zwak resultaat.
Links ingehaald, rechts overschaduwd
De SPD wordt links ingehaald door Die Linke en de partij van Sahra Wagenknecht (BSW), die soepeler opereren in de oppositie en scherpe kritiek uiten op de vermeende dienstbaarheid aan het grootbedrijf van de regering. Ondertussen verliest de SPD ook kiezers aan de radicaal-rechtse AfD, die in Oost-Duitse deelstaten stevig in de lift zit. De enige duidelijke lijn die de SPD nu wél communiceert? De strijd tegen de AfD die als “mensenfeindlich” wordt betiteld en volgens de partij “niets in het parlement te zoeken heeft.”
Is er nog redding mogelijk?
De ervaring leert dat de SPD bij deelname aan grote coalities met de CDU zelden wint. Ook nu lijkt dat patroon zich te herhalen. Toch klinkt er binnen de partij ook hoop: als de SPD zich steviger profileert, zich losmaakt van technocratische compromissen en opnieuw het gesprek met haar basis durft aan te gaan, dan is herstel niet onmogelijk.
Maar voorlopig is de partij haar identiteit, electoraal draagvlak én morele zelfvertrouwen kwijt. En dat in een tijd waarin populistische krachten juist groeien en zelfs toenadering tot elkaar zoeken – zoals blijkt uit de recente flirt tussen de AfD en BSW.
De val van de SPD is daarmee niet alleen een Duits verhaal. Het is een Europese waarschuwing: wat gebeurt er met de sociaaldemocratie als zij haar kompas kwijtraakt?