Stauffenberg en de erfenis van 20 juli: Duitsland herdenkt mislukte aanslag op Hitler
Op 20 juli 1944 probeerde een groep officieren onder leiding van Claus Schenk Graf von Stauffenberg Adolf Hitler met een bom te doden. De aanslag mislukte, maar de poging groeide uit tot het symbool van het militaire verzet tegen het nationaalsocialisme. Precies 81 jaar later werd deze aanslag herdacht in Berlijn-Plötzensee en op andere historische locaties.
Tijdens een plechtigheid in de Gedenkstätte Plötzensee benadrukte de Duitse minister van Justitie Stefanie Hubig (SPD) het belang van blijvende herinnering. „Het Duitse volk draagt de verantwoordelijkheid dat van dit land nooit meer zo’n monsterlijke horror uitgaat,“ aldus Hubig. Juist de jongere generatie moet volgens haar bereikt worden met deze boodschap.
Ook Berlijns burgemeester Kai Wegner (CDU) sprak bij de herdenking. Hij wees op de moed van de verzetsstrijders, die ondanks levensgevaar voor een andere koers kozen. “Hun waarden leven voort in ons Grundgesetz en onze democratische rechtsstaat,” aldus Wegner.
De acteur en schrijver Matthias Brandt herinnerde aan het verzet van zijn ouders, Rut en voormalig bondskanselier Willy Brandt. In zijn toespraak waarschuwde hij voor het huidige maatschappelijke klimaat, waarin racisme en uitsluiting opnieuw opduiken. “Ik droom nog steeds van een open, humaan en Europees Duitsland,” verklaarde hij.
De herdenking werd ondersteund door verschillende initiatieven. Zo onthulde de KZ-Gedenkstätte Ravensbrück een nieuwe gedenkplaat, en organiseerde het Deutsche Historische Museum gratis rondleidingen over het militaire verzet. Hoogtepunt van de dag was het gelöbnis (eed van trouw) van 250 jonge Bundeswehr-rekruten in Berlijn — een symbolische verbinding tussen verleden en toekomst.
