Herinneren is waarschuwen: Duitsland 87 jaar na de Reichspogromnacht

Holocaustmonument in Berlijn bij nacht met verlichte gebouwen op de achtergrond.
Het Holocaustmonument in Berlijn bij nacht – symbool van herdenking en waarschuwing. Foto: Olad Aden, Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International (CC BY-SA 4.0)

Op 9 november, een datum die in Duitsland bekendstaat als Schicksalstag der Deutschen, herdenkt het land zowel de slachtoffers van de Reichspogromnacht (1938) als de val van de Berlijnse Muur (1989) — tussen tragedie en vrijheid.

9 november blijft een dag van confrontatie en herdenking

In de nacht van 9 op 10 november 1938 vond in Duitsland en Oostenrijk een georganiseerde golf van geweld tegen Joden plaats. Synagogen, winkels en woningen werden in brand gestoken en vernield. Minstens 400 mensen kwamen om het leven, duizenden werden gearresteerd en naar concentratiekampen gedeporteerd. Deze gewelddaad, door de nazi-propaganda voorgesteld als een ‘spontane volkswoede’, markeerde in werkelijkheid het begin van de openlijke vernietiging van het Joodse leven in Duitsland.

Bekijk hier de korte documentaire van ZDF Terra X over de gebeurtenissen van november 1938:

Sie sehen gerade einen Platzhalterinhalt von Standard. Um auf den eigentlichen Inhalt zuzugreifen, klicken Sie auf den Button unten. Bitte beachten Sie, dass dabei Daten an Drittanbieter weitergegeben werden.

Weitere Informationen

Van ‘Kristallnacht’ naar ‘Reichspogromnacht’

Lange tijd werd gesproken van Kristallnacht – een term die verwijst naar de scherven van vernielde winkelruiten. Vandaag spreken historici en politici liever van de Reichspogromnacht, omdat de eufemistische oude term het geweld bagatelliseert. Het ging niet om gebroken glas, maar om gebroken levens.

Herdenken in een tijd van nieuw antisemitisme

Op 9 november staan in heel Duitsland scholen, gemeenten en Joodse gemeenschappen stil bij de slachtoffers. Kaarsen worden geplaatst bij Stolpersteine – de messing gedenksteentjes voor de huizen van vermoorde Joden – en op tal van plaatsen worden namen van slachtoffers voorgelezen. De Bondspresident en vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap spreken bij officiële plechtigheden, vaak met verwijzing naar het heden: antisemitische incidenten nemen opnieuw toe, ook in het dagelijks leven en op sociale media.

De herdenkingen zijn daarom meer dan ritueel: ze zijn een waarschuwing. Historici wijzen erop dat de Reichspogromnacht niet uit het niets kwam, maar het gevolg was van jarenlange haatpropaganda, uitsluiting en stilzwijgen.

Een beladen datum in de Duitse geschiedenis

De 9e november is in Duitsland een gelaagde datum. Op die dag in 1918 werd de republiek uitgeroepen, in 1938 voltrok zich het pogrom tegen de Joden, en in 1989 viel de Berlijnse Muur. Herdenken en vieren liggen hier dicht bij elkaar. Juist daarom geldt 9 november als spiegel van de Duitse geschiedenis – tussen vrijheid en barbarij.

Herinneren is waarschuwen

Tachtig jaar na de Holocaust klinkt de oproep tot waakzaamheid luider dan ooit. “Wie de namen kent, kan niet wegkijken,” zei een overlevende eens bij een herdenking in Berlijn. Herinneren is geen nostalgie, maar een morele opdracht – om de democratie te beschermen tegen haat en onverschilligheid.

9 november: tussen vrijheid en barbarij

De 9e november geldt in Duitsland als de Schicksalstag der Deutschen – de dag van het Duitse lot. Op deze datum vonden meerdere keerpunten in de Duitse geschiedenis plaats: in 1918 werd de republiek uitgeroepen, in 1938 voltrok zich het pogrom tegen de Joden, en in 1989 viel de Berlijnse Muur. Daarom is 9 november zowel een dag van rouw als van vreugde. Terwijl in de avonduren de slachtoffers van de Reichspogromnacht worden herdacht, vieren Duitsers overdag of op 10 november de vrijheid die met de Mauerfall werd herwonnen.

Stolpersteine in Berlijn-Schöneberg ter nagedachtenis aan Joodse bewoners die in de Tweede Wereldoorlog werden gedeporteerd.
Stolpersteine (herdenkingsstenen) in Berlijn-Schöneberg ter nagedachtenis aan bewoners die tijdens de naziterreur werden gedeporteerd en vermoord. ©Duitsland Vandaag – Allard van Gent

Wat was de Reichspogromnacht?

De Reichspogromnacht – vroeger vaak Kristallnacht genoemd – vond plaats in de nacht van 9 op 10 november 1938. In heel Duitsland en Oostenrijk werden synagogen, Joodse winkels, huizen en begraafplaatsen aangevallen en verwoest. De acties werden aangestuurd door het naziregime, maar uitgevoerd door aanhangers van de partij, de SA en de Hitlerjugend.

Meer dan 1.400 synagogen werden in brand gestoken, 7.500 winkels vernield en ongeveer 30.000 Joodse mannen naar concentratiekampen gedeporteerd. Minstens 400 mensen kwamen om het leven.

De pogrom was geen spontane uitbarsting van woede, maar een goed georganiseerde aanval op het Joodse leven in Duitsland. De gebeurtenis markeerde het begin van de systematische vervolging van Joden die uiteindelijk zou leiden tot de Holocaust.

De term Kristallnacht – verwijzend naar het glas van vernielde etalages – wordt tegenwoordig vermeden, omdat hij het geweld eufemistisch weergeeft. Historici en politici spreken daarom van de Reichspogromnacht of eenvoudigweg van het pogrom van november 1938.