Dienstplicht in Duitsland: Moet je bereid zijn te vechten voor je land?

Reservist en dienstweigeraar in fel debat over nationale verdediging

In Duitsland laait het debat over een mogelijke herinvoering van de dienstplicht op. In een spraakmakend gesprek in de Tagesspiegel kruisen Patrick Sensburg, voormalig pantserinfanterist en reservist, en Ole Nymoen, podcaster en auteur van het boek „Waarom ik nooit voor mijn land zou vechten“, de degens. Hun fundamenteel verschillende wereldbeelden botsen in een woordenwisseling die ook voor Nederland interessant is, omdat daar de discussie over dit onderwerp ook weer oplaait.

„Ik wil niet doden en niet gedood worden“

Nymoen stelt zijn standpunt vanaf het begin helder: „Ik wil zelf noch doden, noch gedood worden.“ Hij verwijst naar de sociale ongelijkheid in Duitsland en vraagt zich af waar de solidariteit vandaan moet komen in een samenleving waarin iedereen vooral voor zichzelf zorgt. „We zien enorme rijkdom aan de ene kant en diepe armoede aan de andere.“

Hoewel hij sociale verworvenheden zoals werkloosheidsuitkeringen of de wettelijke ziektekostenverzekering erkent, wijst hij erop dat deze onder druk staan. „De voorgenomen hervormingen van het belastingstelsel bevoordelen vooral de welgestelden,“ zegt hij.

Sensburg: „Op verdedigingsbereidheid kunnen we bouwen“

Patrick Sensburg, tegenwoordig voorzitter van de Reservistenvereniging, kijkt heel anders naar de cijfers. Uit enquêtes blijkt dat slechts 17 procent van de Duitsers „zeker“ bereid is om het land te verdedigen, 19 procent „waarschijnlijk“. Toch vindt Sensburg dat hoopgevend: „Dat zijn er, op de schaal van Duitsland, veel meer dan we momenteel in actieve dienst of als reservist hebben.“

Volgens hem is een geloofwaardige verdediging niet per se bedoeld om oorlog te voeren, maar juist om af te schrikken. „Een hogere verdedigingsbereidheid betekent minder kans dat iemand het aandurft ons aan te vallen.“

Nymoen: „Ik leef liever minder vrij dan dat ik dood ben“

Ole Nymoen maakt het persoonlijk: „In het geval van een vernietigingsoorlog waarin het ook echt om mijn overleven gaat, zou ik waarschijnlijk vechten. Maar niet in een ‘gewone’ oorlog, waar je iemand moet doden enkel omdat hij toevallig een andere nationaliteit heeft.“

Sensburg pareert: „Oorlogen zijn bijna altijd vernietigingsoorlogen, kijk maar naar Oekraïne. Daar worden ziekenhuizen en energiecentrales doelbewust aangevallen.“

Nymoen betwist die definitie: „Een vernietigingsoorlog zoals die van nazi-Duitsland heeft een heel andere lading. Die was gericht op het uitroeien van hele bevolkingsgroepen. Dat is niet het geval in Oekraïne.“

Over Oekraïne en morele grenzen

Het gesprek verhardt wanneer Oekraïne ter sprake komt. Sensburg wijst op zijn Oekraïense vrienden die vrezen voor deportatie of de Goelag als Rusland het land volledig zou innemen. Nymoen erkent dat niemand vrijwillig onder Poetins regime wil leven, maar wijst erop dat velen in Oekraïne niet willen sterven voor nationale onafhankelijkheid: „Sommigen zouden liever onder autoritair bewind leven dan aan het front te sneuvelen.“

Nymoen uit stevige kritiek op de afschaffing van het recht op dienstweigering in Oekraïne: „Er zijn honderden rechtszaken tegen dienstweigeraars. Mannen verstoppen zich thuis om niet te worden opgeroepen.“

Sensburg benadrukt juist het belang van plichten in een samenleving: „Je hebt in een staat ook verplichtingen. Denk aan leerplicht, belastingplicht – en ja, in uiterste gevallen ook de plicht om te verdedigen.“

Jongeren en vrijwilligheid

Beide mannen zijn kritisch over het huidige voorstel van de Duitse minister van Defensie Boris Pistorius. Dat draait om vrijwilligheid en een verplichte vragenlijst. Sensburg noemt het „een PR-campagne“ en pleit voor een echte, wettelijke dienstplicht – idealiter met een volksraadpleging. Ook vrouwen zouden, wat hem betreft, moeten meedoen als de Grondwet daarvoor wordt aangepast.

Voor Nymoen is zelfs een alternatieve dienstplicht (zoals bij de brandweer of civiele bescherming) geen optie. Hij zegt onomwonden: „Ik zou proberen te vluchten om niet te worden opgeroepen.“

Sensburg reageert gevat: „Dan zou ik u ook niet naast me aan het front willen. Maar misschien bent u wel een goede brandweerman.“

Democratische discussie hard nodig

Het debat tussen Sensburg en Nymoen toont de spanning tussen staatsverantwoordelijkheid en individuele vrijheid. Het maakt duidelijk hoe fundamenteel verschillend mensen denken over de rol van de burger in tijden van dreiging. Met een veranderende geopolitieke situatie in Europa is dit geen theoretische kwestie meer – ook niet in Nederland, waar het kabinet recent weer discussie voert over militaire of maatschappelijke dienstplicht.